Actuele examenprogramma’s dragen bij aan een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs en tussen schoolsoorten en leerwegen. Ook bereiden ze leerlingen beter voor op hun plek in de maatschappij. In opdracht van het ministerie van OCW en samen met het onderwijsveld gaat SLO daarom met de actualisatie aan de slag. In de startnotitie staat uitgebreid beschreven waarom de examenprogramma’s Nederlands precies worden geactualiseerd.
Een vakvernieuwingscommissie, bestaande uit leraren, vakexperts en curriculumexperts, werkt onder begeleiding van een procesregisseur aan de actualisatie van de examenprogramma’s Nederlands. Bekijk welke leraren en experts in de vakvernieuwingscommissie Nederlands zitten. Naast elke vakvernieuwingscommissie is een advieskring ingericht. De advieskring geeft feedback op de concepttussenproducten. Bekijk de leden van de advieskring Nederlands.
De advieskring geeft feedback en reflecteert op de tussenproducten. De advieskring bestaat uit:
Daarnaast raadplegen de vakvernieuwingscommissies experts op persoonlijke titel. Per vak zijn een aantal experts hier vooraf voor gevraagd en gedurende het vernieuwingstraject kunnen de commissies aanvullend ook andere experts bevragen. Bekijk wie er in de advieskring Nederlands zitten.
In de werkopdracht van het ministerie van OCW staan de inhoudelijke uitgangspunten en kwaliteitscriteria beschreven. SLO heeft deze werkopdracht vertaald in concrete werkinstructies en een startnotitie, waarin onder andere een probleemanalyse en relevante ontwikkelingen staan beschreven. De vakvernieuwingscommissie werkt op basis van deze documenten en in samenwerking met de advieskring aan de volgende tussenproducten:
Na oplevering van de conceptexamenprogramma’s worden de programma's met het veld beproefd en op basis van de inzichten daaruit worden waar nodig bijgesteld.
Bij de actualisatie van de examenprogramma’s Nederlands zal aandacht zijn voor de kennis en vaardigheden die nodig zijn bij andere vakken. Te denken valt aan lezen, redeneren, schrijven en samenvatten. Dit komt voort uit het belang van een goede taalvaardigheid in het (vervolg)onderwijs en participatie in de maatschappij. Examenprogramma’s van andere vakken die geactualiseerd worden, hebben expliciet de opdracht gekregen om aandacht te besteden aan geletterdheid. Zie ook de Kamerbrief ‘Voortgang Masterplan basisvaardigheden voor het funderend onderwijs’, pagina 16 (verschenen op 21 november 2022).
Voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs wordt er gewerkt aan geactualiseerde kerndoelen Nederlands. De vakvernieuwingscommissie Nederlands levert vijf conceptexamenprogramma’s Nederlands op. Zowel het team dat de kerndoelen actualiseert als de vakvernieuwingscommissie dat de examenprogramma’s actualiseert brengen in beeld wat de consequenties zijn voor het Referentiekader Taal. Mede op basis hiervan wordt toegewerkt naar een advies over de toekomst van het referentiekader.
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs zijn digitale geletterdheid en burgerschap geen bestaande vakken. Daarom worden burgerschap en digitale geletterdheid in eerste instantie ondergebracht bij de verschillende vakgebieden. De vakvernieuwingscommissie heeft hier gerichte werkinstructies voor gekregen, zodat het totaal dekkend is voor de inhouden van deze nieuwe leergebieden. Zij maken daarbij onder andere gebruik van de Startnotitie digitale geletterdheid en de Startnotitie burgerschap.
De vakvernieuwingscommissie werkt samen met een advieskring, die onder andere bestaat uit vakverenigingen, wetenschappers, lerarenopleidingen en andere relevante netwerken passend bij het betreffende vak. Daarnaast kunnen vakexperts op persoonlijke titel worden geraadpleegd. Uiteraard worden ook leerlingen betrokken bij het actualisatieproces. SLO organiseert samen met het LAKS leerlingpanels, waarbij leerlingen reflecteren op de (tussentijdse) plannen en producten van de vakvernieuwingscommissies.
Vakverenigingen hebben een actieve rol bij de actualisatie van examenprogramma’s. Levende Talen Nederlands heeft een belangrijke bijdrage geleverd bij de werving en selectie van leden van de vakvernieuwingscommissies, als onderdeel van de advieskring en later bij de toetsing van de conceptexamenprogramma’s. Omdat er een groot beroep wordt gedaan op de inzet van vakverenigingen stelt het ministerie van OCW een subsidie beschikbaar om dit te kunnen organiseren.
Om de kwaliteit van de tussenproducten en het proces te waarborgen is een intern systeem van kwaliteitszorg ingericht. Dit systeem bestaat uit: